Nederlandse zorgverlener
Oudere volwassenen met onderliggende chronische aandoeningen, zoals hart- of longziekten, lopen een hoger risico op ernstige gevolgen bij een RS-virusinfectie.1-3,5 Zij lopen daarnaast een groter risico op ziekenhuisopname, in vergelijking met oudere volwassenen zonder comorbiditeiten.1-3,5
Lees meer over het RS-virus en de risicofactoren bij onderliggende chronische aandoeningen.
Hoewel een infectie met het respiratoir syncytieel virus (RS-virus) meestal milde, verkoudheidsachtige symptomen veroorzaakt bij volwassenen, kunnen sommige gevallen ook leiden tot ernstige ademhalingscomplicaties, ziekenhuisopname en zelfs overlijden.2-4 Dit komt voornamelijk voor bij volwassenen van 60 jaar en ouder.2-4 Ook brengt het RS-virus bij immuungecompromitteerde patiënten en bij volwassenen met chronische aandoeningen, zoals chronische hart- of longziekten, potentieel ernstige risico's met zich mee.2-4
Deze patiënten lopen een hoog risico op ernstige ziekte als gevolg van een RS-virusinfectie:
- Volwassenen van 60 jaar en ouder 3,4
- Volwassenen met een chronische long- of hartziekte, diabetes of een chronische nierziekte2,5,7
- Volwassenen met een verzwakt immuunsysteem2
Een RS-virusinfectie kan ook bepaalde chronische onderliggende aandoeningen verergeren, zoals:
- COPD2
- Astma2,5,6
- Congestief hartfalen5,6
Belangrijke cijfers op een rij
In een wereldwijd prospectief onderzoek onder patiënten ≥18 jaar oud, hadden ongeveer 8 op de 10 deelnemers die vanwege het RS-virus in het ziekenhuis waren opgenomen, belangrijke risicofactoren, namelijk1*†:
In dezelfde studie leidde een RS-virusinfectie tot exacerbaties bij de volgende aandoeningen:
(n=238):1 26% had een COPD-exacerbatie n=61. 12% had een astma-exacerbatie n=29. 26,6% (n=58) van deze patiënten wordt binnen 3 maanden opnieuw in het ziekenhuis opgenomen.1
*Dezelfde resultaten werden voor het eerst gepubliceerd in New England Journal of Medicine8 ; deze afbeelding is op onafhankelijke wijze gemaakt door GSK op basis van de oorspronkelijke gegevens.
COPD & Het RS-virus
Wist u dat het RS-virus wordt aangetroffen onder 11,4% van de COPD-gerelateerde ziekenhuisopnames in 65 plussers (N=1388)?8
Een prospectieve cohortstudie in Rochester, New York, VS, onder gezonde volwassenen van ≥65 jaar (N=608) en volwassenen met chronische long- of hartaandoeningen van ≥21 jaar (N=540), wees uit dat het RS-virus verantwoordelijk was voor 11,4% van de ziekenhuisopnames voor COPD en 7,2% van de ziekenhuisopnames voor astma.8
Onder RSV-ARI patiënten opgenomen in het ziekenhuis (n=238) wordt meer dan een kwart (26,6% n=58) binnen 3 maanden opnieuw in het ziekenhuis opgenomen.1† De meest gedetecteerde virussen in een systematische review van 19 studies bij patiënten met acute exacerbaties van COPD (totaal N=1728) waren humaan rhinovirus (16,4%), RSV (9,9%), influenza (7,8%) en coronavirus (4,1%).9 Deze cijfers benadrukken niet alleen de impact van het RS-virus op uw oudere COPD-patiënten, maar ook op uw ziekenhuis.
Astma & Het RS-virus
In een prospectieve studie waarin patiënten (n=238) in het ziekenhuis werden opgenomen met een RSV-ARI, had 13% (n=29) een astma exacerbatie.1† Van deze patiënten werd 26,6% (n=58) binnen 3 maanden opnieuw in het ziekenhuis opgenomen.1† Deze gegevens benadrukken niet alleen de impact van het RS-virus op uw oudere astmapatiënten, maar ook op uw ziekenhuis.
†Een wereldwijd prospectief onderzoek onder volwassenen (≥18 jaar) die tijdens het griep-/RS-virus-/humaan metapneumovirusseizoen met een acute respiratoire infectie waren opgenomen in 40 centra in 12 landen (d.w.z. Australië, Argentinië, Brazilië, Canada, Frankrijk, Duitsland, Japan, Maleisië, Mexico, de Republiek Korea, Zuid-Afrika en de Verenigde Staten), gedurende 2 achtereenvolgende epidemieseizoenen (2017-2019). Van de 1.006 hoofddeelnemers met een infectie namen er 709 deel aan het deelonderzoek, van wie er 238 RS-virus-positief waren. De belangrijkste risicofactoren waren: leeftijd ≥65 jaar, chronische hartziekte, COPD, chronische nierziekte en astma.1
COPD, chronische obstructieve longziekte; RS-virus, respiratoir syncytieel virus.
Referenties:
1. Falsey AR, Walsh EE, House S, et al. Risk factors and medical resource utilization of respiratory syncytial virus, human metapneumovirus, and influenza-related hospitalizations in adults—a global study during the 2017–2019 epidemic seasons (hospitalized acute respiratory tract infection [HARTI] study). Open Forum Infect Dis. 2021;8(11):ofab491. doi:10.1093/ofid/ofab491
2. RSV in older adults and adults with chronic medical conditions. Centers for Disease Control and Prevention. Geraadpleegd Juni 2023. www.cdc.gov/rsv/high-risk/older-adults.html
3. Nguyen-Van-Tam JS, O’Leary M, Martin ET, et al. Burden of respiratory syncytial virus infection in older and high-risk adults: a systematic review and meta-analysis of the evidence from developed countries. Eur Respir Rev. 2022;31(166):220105. doi:10.1183/16000617.0105-2022
4. Stephens LM, Varga SM. Considerations for a respiratory syncytial virus vaccine targeting an elderly population. Vaccines (Basel). 2021;9(6):624. doi:10.3390/vaccines9060624
5. Branche AR, Saiman L, Walsh EE, et al. Incidence of respiratory syncytial virus infection among hospitalized adults, 2017–2020. Clin Infect Dis. 2022;74(6):1004-1011. doi:10.1093/cid/ciab595
6. Respiratory syncytial virus infection (RSV). For healthcare providers. Centers for Disease Control and Prevention. Updated October 2022. Geraadpleegd Juni 2023. https://www.cdc.gov/rsv/clinical/index.html#clinical
7. Wyffels V et al. Adv Ther 2020;37;1203–1217.
8. Falsey AR, Hennessey PA, Formica MA, Cox C, Walsh EE. Respiratory syncytial virus infection in elderly and high-risk adults. N Engl J Med. 2005;352(17):1749-1759. doi:10.1056/NEJMoa043951
9. Zwaans WA et al. J Clin Virol 2014;61:181–188)
NP-NL-RSA-WCNT-250002. Prod. Januari 2025